Beeldje: Madonna met Kind.

Madonna met Kind (Sedes Sapientiae).

Hoogte 22 cm.

Materiaal: Eikenhout. Het Kind: Lindehout

Plaats: St.-Nicolaasbasiliek te IJsselstein.


De onderkant van het beeldje is voorzien van een etiket waarop vermeld: Stad Antwerpen, tentoonstelling Kerkelijke Kunst October-November 1948. Daaronder in rood potlood: Utrecht 2F. Op het hout van deze onderkant is in witte verf het cijfer 97 geschilderd. In de onderkant bevindt zich een gat in het hout dat er rond 1936 moet zijn aangebracht om het beeldje via een pin aan het sokkeltje in de toen vervaardigde schrijn vast te zetten. Dit was uiteraard nodig vanwege de bewegingen die een schrijn bij het dragen maakt.

Maria troont met de kroon op het hoofd frontaal met het Kind dat eveneens een kroon draagt, op haar schoot. In haar rechterhand houdt ze een leliestaf. Het Kind, als de Madonna gekleed in een lange tunica met ronde hals, houdt het Boek des Levens vast, terwijl de rechterhand in een zegend gebaar is opgeheven.

Een juiste datering van het beeldje schijnt niet zonder problemen. Als periode van ontstaan komt volgens Bouvy de tweede helft van de 12e eeuw in aanmerking, terwijl Timmers het niet onmogelijk acht dat het uit het begin van de 13e eeuw stamt. Volgens laatstgenoemde kan het echter ook een replica zijn uit de 14e of 15e eeuw. In aanmerking nemende dat het een suppedaneum moet hebben bezeten, stellen wij dat het na de eerste kruistochten, dus rond 1150 moet zijn ontstaan.

 

BEKNOPTE HISTORIE VAN DE DEVOTIE TOT O.L. VROUW VAN EITEREN "HULP IN NOOD"


Sinds de vroege middeleeuwen is O.L. Vrouw van Eiteren het middelpunt geweest van een grote en vurige devotie. Het beeldje werd omstreeks 1310 door slootgravers op een akker, in de buurtschap Eiteren gevonden. Zij gaven het aan de pastoor van IJsselstein, die het in zijn parochiekerk plaatste.

Nadat het twee of drie keer op onverklaarbare wijze uit de kerk was verdwenen, en teruggevonden op de plaats, waar de slootgravers het ontdekt hadden, besloot men op Eiteren een kapel ter ere van Maria te bouwen. In het jaar 1399 bevestigde Z.H. Paus Bonifacius IX een broederschap ter ere van O.L. Vrouw van Eiteren. Tot de hervorming bleef Eiteren een pelgrimsoord van grote vermaardheid. Jaarlijks trokken de pelgrims op Sint Jansdag (24 juni) met de beeltenis van O.L. Vrouw van Eiteren in hun midden in plechtige processie langs Eiteren.

Steeds namen ook alle gilden van handwerkslieden met hun eigen kaars aan de processie deel. Een bijzondere groep vormden telkens de melaatsen met hun zogenaamde "Lazaruskaars". De verklaring hiervoor is dat destijds in Eiteren het provinciaal leprozen-of Lazarushuis stond, waar de melaatsen geschouwd pleegden te worden alvorens zij het recht hadden om met een ratel (de Lazarusklepper) rond te gaan en te bédelen.

Omstreeks 1447 hebben vele melaatsen zich verenigd tot een gilde ter ere van Maria van Eiteren en zich verbonden om jaarlijks mee te lopen in de processie met in hun midden een mooie grote kaars (de Lazaruskaars). In de dagen van de Hervorming werd de kapel verwoest en het beeldje in de IJssel geworpen. Het dreef niet weg van de plaats waar het lag. Het werd door vissers gevonden en aan een katholiek persoon in bewaring gegeven. Later werd het door een voorname vrouw in haar rok verborgen gehouden tot de eerste storm van de Hervorming geluwd was.

In 1670 werd het naar de rooms-katholieke schuilkerk van IJsselstein teruggebracht. Daarna kwam het in 1860 terecht in het Aartsbisschoppelijk Museum te Utrecht. In een toonkastje trok het de aandacht van velen, onder wie ook de Zusters van Liefde. Zij kregen het beeldje in bruikleen en voegden er vanwege de vele gebedsverhoringen de titel "Hulp in Nood" aan toe.

In 1936 slaagde de toenmalige pastoor van IJsselstein, Deken Wilhelmus De Grijs, erin het beeldje weer naar de parochiekerk in IJsselstein te halen.

Foto: Pastoor Deken W.H. De Grijs, deze markante persoonlijkheid heeft gedurende de jaren 1933 - 1945 zijn stempel op de R.K. geloofsgemeenschap gedrukt. De Deken werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Op 4 mei 1945 stierf hij.

 

Steeds groter werd hierna de devotie. Vooral op de dag van de jaarlijkse Ommedracht langs Eiteren (omstreeks 24 juni St. Jansdag) stroomden de pelgrims in groten getale toe.

Foto: De eerste ommedracht na de terugkeer van het beeldje O.L. Vrouw van Eiteren in 1936. Lokatie St. Nicolaasstraat.

In 1986 werd het feit herdacht, dat het beeldje weer 50 jaar terug was in de IJsselsteinse parochiekerk. Bij gelegenheid van dit jubileum kroonde de Aartsbisschop van Utrecht, Zijne Eminentie Adrianus kardinaal Simonis, het Kind op Maria's schoot met een gouden kroontje.

Foto: Kardinaal Simonis kroont het Christuskind in 1986.

Foto: Kroontje van het Christuskind.

 

IJsselstein is en blijft een van de weinige bedevaartsplaatsen van Maria boven de grote rivieren.

 

GEBED TOT O.L. VROUW VAN EITEREN "HULP IN NOOD"


Goede Moeder Maria, in de vorige eeuwen hebt Gij door Uw machtige voorspraak onder Uw IJsselsteinse kinderen het heilig katholiek geloof bewaard.

In groot vertrouwen op Uw machtige voorspraak hebben melaatsen en anderen zich tot U gewend in hun geestelijke en lichaamlijke noden.

Wij, Uw kinderen, vragen U in vol vertrouwen op Uw smekende almacht bij Uw Goddelijke Zoon, dat Gij voor ons en ons nageslacht van God moogt verkrijgen dat wij het heilig katholiek geloof ongeschonden in ons bewaren en dat wij door Uw Moederzorgen onbesmet mogen blijven van de ziele-melaatsheid der zonde. Bewaar ons en al Uw kinderen in ongerepte reinheid van geest en lichaam. Door onze Heer Jezus Christus. Amen.

 

LIED TER ERE VAN MARIA VAN EITEREN:


Maria, wij komen U blijde begroeten;

Wat rusten bij U in 't gevoel van de strijd,

Het doet ons zo goed U, O Moeder t'ontmoeten.

Wij voelen ons veilig, als Gij bij ons zijt.

Refrein:

O Vrouwe van Eiteren, O Hulp in ellenden,

Tot U willen wij vol vertrouwen ons wenden:

"Vraagt Gij ons de kracht

Voor de strijd, die nog wacht."

 

Maria, Vorstinne, die eeuwen geleden

Dit stedeke koos, om Uw troonstad te zijn;

Tot Wie door Uw volk nooit vergeefs is gebeden,

Aanvaard onze hulde in Uw IJsselstein.

 

Refrein.

Maria, en in onze strijd hier volstreden,

Voor Christus Uw Zoon, de triomf van Zijn kruis,

Vergun ons dan, Moeder, U nader te treden.

En rond U te jub'len in Gods Hemelhuis.

Refrein.

 

 

 


 

Copyright bij DSIJ.
Ontworpen door: Bas van den Hoogen
Copy right DSIJ.
Vragen en opmerkingen: info@dsij.nl

 


 

DSIJ is een uitgave van De Digitale Stad IJsselstein. Alhoewel de inhoud van deze uitgave met uiterstezorgvuldigheid wordt samengesteld, is de Digitale Stad IJsselstein niet aansprakelijk vooreventuele fouten en/of schade die daarvan direct of indirect het gevolg zou kunnen zijn.